Hoe het boeddhisme en het christendom slachtoffers in Birma kunnen helpen te vergeven: een onderzoek

Abstract:

Het woord vergeving is een woord dat mensen vrij vaak horen. Terwijl sommige mensen geloven dat ze moeten of moeten vergeven, zijn er ook mensen die vergeven willen worden of geloven dat ze het verdienen om vergeven te worden. Sommige mensen willen vergeven, terwijl anderen dat niet doen. Sommige mensen geloven dat er goede redenen zijn om te vergeven, terwijl anderen denken dat die redenen niet goed genoeg zijn om te vergeven. Telkens wanneer er een overweging bestaat om vergeving te bieden of de wens om vergeving te zoeken, is het zeer goed mogelijk dat iemand een andere persoon onrecht heeft aangedaan of dat een groep een andere groep heeft gekwetst. Veel mensen in Birma zijn tegenwoordig het slachtoffer van een langdurig en wreed militair bewind in dat land. Dit militaire bewind doodde veel onschuldige mensen, zorgde ervoor dat veel mensen in sommige buurlanden intern ontheemden of vluchtelingen werden, en pleegde vele vormen van mensenrechtenschendingen tegen de burgers van het land. Als het gepraat over vergeving in deze context wordt geplaatst, zullen miljoenen mensen in Birma de groep zijn die vergeving kan bieden, terwijl het leger de groep is die vergeving kan ontvangen. Deze auteur betoogt dat het een goede zaak is als de slachtoffers in Birma hun daders kunnen vergeven, omdat vergeving in de eerste plaats ten goede komt aan de slachtoffers. De auteur dringt er bij de slachtoffers in Birma niet op aan om hun daders te vergeven, omdat hij erkent dat het ongepast is om welk slachtoffer dan ook aan te sporen zijn/haar dader te vergeven. Hij vraagt ​​de slachtoffers in Birma ook niet om vergeving, omdat hij gelooft dat het voor hen heel moeilijk kan zijn om te vergeven vanwege wat hen is overkomen. De auteur wijst er echter op dat het nadelig kan zijn voor de slachtoffers als zij de mogelijkheid om vergeving te overwegen uitsluiten, omdat vergeving in de eerste plaats ten goede komt aan de slachtoffers en niet aan de daders. Omdat het voor de slachtoffers in Birma heel moeilijk kan zijn om te vergeven, kan het voor hen mogelijk zijn om te vergeven als ze hulp krijgen. De auteur gelooft dat het christendom en het boeddhisme de slachtoffers in Birma kunnen helpen om te kunnen vergeven. 

Lees of download het volledige artikel:

Tun, Si Do (2019). Hoe het boeddhisme en het christendom slachtoffers in Birma kunnen helpen te vergeven: een onderzoek

Journal of Living Together, 6 (1), pp. 86-96, 2019, ISSN: 2373-6615 (druk); 2373-6631 (online).

@Artikel{tun2019
Titel = {Hoe het boeddhisme en het christendom slachtoffers in Birma kunnen helpen te vergeven: een verkenning}
Auteur = {Si Don Tun}
URL = {https://icermediation.org/buddhism-and-christianity-in-burma/}
ISSN = {2373-6615 (afdrukken); 2373-6631 (online)}
Jaar = {2019}
Datum = {2019-12-18}
Dagboek = {Journal of Living Together}
Inhoud = {6}
Getal = {1}
Pagina's = { 86-96}
Uitgever = {Internationaal centrum voor etnisch-religieuze bemiddeling}
Adres = {Mount Vernon, New York}
Editie = {2019}.

Delen

Gerelateerde artikelen

Religies in Igboland: diversificatie, relevantie en verbondenheid

Religie is een van de sociaal-economische verschijnselen met onmiskenbare gevolgen voor de mensheid waar dan ook ter wereld. Hoe heilig het ook lijkt, religie is niet alleen belangrijk voor het begrip van het bestaan ​​van welke inheemse bevolking dan ook, maar heeft ook beleidsrelevantie in de interetnische en ontwikkelingscontext. Historisch en etnografisch bewijsmateriaal over verschillende uitingen en nomenclaturen van het fenomeen religie is er in overvloed. De Igbo-natie in Zuid-Nigeria, aan beide zijden van de rivier de Niger, is een van de grootste zwarte ondernemende culturele groepen in Afrika, met een onmiskenbare religieuze hartstocht die duurzame ontwikkeling en interetnische interacties binnen haar traditionele grenzen impliceert. Maar het religieuze landschap van Igboland verandert voortdurend. Tot 1840 waren de dominante religie(s) van de Igbo inheems of traditioneel. Minder dan twintig jaar later, toen de christelijke missionaire activiteiten in het gebied begonnen, werd een nieuwe kracht ontketend die uiteindelijk het inheemse religieuze landschap van het gebied zou hertekenen. Het christendom groeide uit tot het in de schaduw stellen van de dominantie van laatstgenoemde. Vóór de honderdste verjaardag van het christendom in Igboland ontstonden de islam en andere, minder hegemonistische religies om te concurreren met de inheemse Igbo-religies en het christendom. Dit artikel volgt de religieuze diversificatie en de functionele relevantie ervan voor de harmonieuze ontwikkeling in Igboland. Het haalt zijn gegevens uit gepubliceerde werken, interviews en artefacten. Het stelt dat naarmate er nieuwe religies ontstaan, het religieuze landschap van de Igbo zal blijven diversifiëren en/of zich zal aanpassen, hetzij voor inclusiviteit, hetzij voor exclusiviteit tussen de bestaande en opkomende religies, voor het voortbestaan ​​van de Igbo.

Delen

Bekering tot de islam en etnisch nationalisme in Maleisië

Dit artikel maakt deel uit van een groter onderzoeksproject dat zich richt op de opkomst van het etnisch Maleisische nationalisme en de suprematie in Maleisië. Hoewel de opkomst van het etnisch Maleisische nationalisme aan verschillende factoren kan worden toegeschreven, richt dit artikel zich specifiek op de islamitische bekeringswet in Maleisië en de vraag of deze het sentiment van etnisch Maleisische suprematie al dan niet heeft versterkt. Maleisië is een multi-etnisch en multireligieus land dat in 1957 onafhankelijk werd van de Britten. De Maleiers zijn de grootste etnische groep en hebben de religie van de islam altijd beschouwd als een essentieel onderdeel van hun identiteit, die hen scheidt van andere etnische groepen die tijdens de Britse koloniale overheersing naar het land werden gebracht. Hoewel de islam de officiële religie is, staat de grondwet toe dat andere religies vreedzaam worden beoefend door niet-Maleisische Maleisiërs, namelijk de etnische Chinezen en Indiërs. De islamitische wet die moslimhuwelijken in Maleisië regelt, schrijft echter voor dat niet-moslims zich tot de islam moeten bekeren als ze met moslims willen trouwen. In dit artikel betoog ik dat de islamitische bekeringswet is gebruikt als een instrument om het sentiment van het etnisch Maleisische nationalisme in Maleisië te versterken. Voorlopige gegevens zijn verzameld op basis van interviews met Maleisische moslims die getrouwd zijn met niet-Maleisiërs. De resultaten hebben aangetoond dat de meerderheid van de Maleisische geïnterviewden de bekering tot de islam als noodzakelijk beschouwt, zoals vereist door de islamitische religie en de staatswet. Bovendien zien ze ook geen reden waarom niet-Maleiers bezwaar zouden hebben tegen bekering tot de islam, aangezien de kinderen na het huwelijk automatisch als Maleiers worden beschouwd volgens de grondwet, die ook status en privileges met zich meebrengt. De opvattingen van niet-Maleiers die zich tot de islam hebben bekeerd, zijn gebaseerd op secundaire interviews die door andere geleerden zijn afgenomen. Omdat moslim zijn geassocieerd wordt met Maleis zijn, voelen veel niet-Maleisiërs die zich bekeerd hebben, beroofd van hun gevoel van religieuze en etnische identiteit, en voelen ze zich onder druk gezet om de etnisch-Maleisische cultuur te omarmen. Hoewel het veranderen van de bekeringswet moeilijk kan zijn, zouden open interreligieuze dialogen op scholen en in de publieke sector de eerste stap kunnen zijn om dit probleem aan te pakken.

Delen