De zaak Gambia v. Myanmar
Eind februari begonnen in Den Haag de openbare zittingen in de zaak The Gambia tegen Myanmar bij het Internationaal Gerechtshof. Gambia spande in 2019 een zaak aan tegen de regering van Myanmar en beweerde dat het Zuidoost-Aziatische land het Verdrag ter voorkoming en bestraffing van genocide had geschonden, een verdrag dat 152 landen hebben ondertekend, waaronder Myanmar. Gambia stelt dat het geweld van Myanmar tegen zijn Rohingya-minderheid in strijd is met het verdrag.
De staat Myanmar heeft de Rohingya van oudsher verbannen en vervolgd en hen het staatsburgerschap ontzegd, maar vanaf 2016 veroorzaakten frequente gewelddadige, door het leger gesteunde aanvallen op de Rohingya-bevolking massale migratie naar het naburige Bangladesh. De acties van het leger van Myanmar zijn door een aantal regeringen gedefinieerd als etnische zuivering of genocide.
Het begin van de gerechtelijke procedure komt een jaar nadat het leger van Myanmar de controle over de regering van het land overnam en hun regeringsleider, Aung Saan Suu Kyi, gevangenzette, die kritiek kreeg vanwege haar stilzwijgen over de aanvallen van het leger op de Rohingya.
Afschriften van de hoorzittingen zijn te vinden op de website van het Internationaal Gerechtshof: https://www.icj-cij.org/en/case/178
Een informatief artikel van Human Rights Watch gepubliceerd in februari is ook beschikbaar op deze pagina: https://www.hrw.org/news/2022/02/14/developments-gambias-case-against-myanmar-international-court-justice